Geloof in eigen kunnen
Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan?!
Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan! Hoe mooi zou het zijn als deze optimistische uitspraak voor iedereen zou gelden. Mijn ervaring in het onderwijs binnen het mbo is dat niet veel studenten dit zeggen. Integendeel, veel studenten kampen met onzekerheid en faalangst. Ze voelen zich minder dan hun ‘hoger’ opgeleide leeftijdsgenoten of hebben negatieve ervaringen opgedaan in hun eerdere schoolcarrière. Het gedrag dat wij zien als gevolg van deze onzekerheid is heel divers. Het kan leiden tot onrust, angst, agressie en uiteindelijk zelfs schooluitval. In dit artikel wordt een relatie gelegd tussen geloof in eigen kunnen en eigenaarschap én er wordt antwoord gegeven op de vraag wat een team kan doen om het geloof in eigen kunnen van studenten te versterken.
Vorig jaar is team maatschappelijke zorg niveau 3 aan de slag gegaan met de vraag hoe zij eigenaarschap bij studenten kunnen versterken. Eigenaarschap zegt iets over het gevoel van de student ten opzichte van zijn leerproces; een gevoel van: ‘het is van mij’ (Pierce et al. 2003). Binnen het onderwijs is eigenaarschap een belangrijk item, omdat deze vaardigheid de werknemer van de toekomst helpt zijn eigen leerproces te sturen en zich te blijven ontwikkelen.
Het vraagt van een onderwijsteam pedagogisch en didactisch handelen dat eigenaarschap stimuleert. Dit roept verschillende gevoelens op bij docenten. Enthousiasme, omdat wij denken dat het goed is, maar ook frustratie en bezorgdheid over de angst en afhankelijkheid of passiviteit van studenten en vermoeidheid door het harde werken om “ze er doorheen te helpen.” Reden genoeg om te onderzoeken hoe onze ‘onzekere’ studenten zich eigenaar gaan voelen.
We deden een probleemverkenning, zochten samen naar een oplossing en literatuuronderzoek bracht verdieping en onderbouwing. Uit de probleemverkenning bleek dat studenten eigenaarschap koppelen aan zelfvertrouwen. We vroegen vervolgens aan studenten hoeveel vertrouwen zij hebben in het behalen van hun diploma. Bijna alle respondenten gaven aan hieraan te twijfelen.
Uit literatuuronderzoek blijkt dat geloof in eigen kunnen of self-efficacy een onderdeel is van het ervaren van eigenaarschap (Pierce et al, 2003). Vanuit dit inzicht onderzochten wij wat self-efficacy betekent en hoe het beïnvloed wordt.
Wat is self-efficacy en hoe kan je dit ontwikkelen?
Geloof in eigen kunnen is een denkwijze die bijdraagt aan het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en kwaliteiten. Het is het gevoel en het oordeel over de persoonlijke effectiviteit om gebeurtenissen of uitdagingen in het leven te reguleren en te realiseren (Bandura, 1982). Bandura (1977) beschrijft dat geloof in eigen kunnen zich ontwikkelt door vier bronnen:
- De belangrijkste is het resultaat van eerdere prestaties. Een succeservaring heeft een sterk positief effect op het geloof in eigen kunnen. Andersom, een teleurstelling kan leiden tot een gevestigd idee van falen. Terwijl het oefenen om toch een positief resultaat te behalen het geloof in eigen kunnen weer kan versterken.
- De tweede bron is het zien van successen van vergelijkbare ervaringen of rolmodellen, zoals ouders, familie, docenten en vrienden. Als verschillende mensen een goed voorbeeld zijn voor een succes, versterkt dit het idee ook te kunnen slagen.
- Het ontvangen van positieve feedback of verbale overtuiging is de derde belangrijke factor die self efficacy kan laten groeien. Deze bron is zwakker omdat ze niet gebaseerd is op eigen ervaringen en tenietgedaan wordt als het succes uitblijft. Daarbij komt dat de voorwaarden aanwezig moeten zijn om de prestatie te kunnen tonen.
- Als laatste bron benoemt Bandura gevoelens van welzijn, de emotionele staat die bepaalt hoe men uitdagende situaties hanteert. Angst en spanning zullen prestaties verminderen en het vermijden van stressvolle situaties belemmert ontwikkeling.
Hoe kunnen docenten self-efficacy van studenten versterken?
Antwoord op de vraag wat docenten kunnen doen om de self-efficacy van studenten effectief te versterken kan in onderzoek gevonden worden. Het blijkt dat ‘The Power of Collective Teachers Efficacy’ (Donohoo et al., 2018) het meest effectief is om de self-efficacy van studenten te versterken. In docententeams met een hoge collective teachers efficacy hebben docenten vertrouwen in het eigen kunnen én in het team waarin hij of zij werkt. Dit heeft grote invloed op de prestaties van het team als geheel. Het team ervaart werkplezier en heeft een positieve attitude ten opzichte van studenten (ook studenten met een extra ondersteuningsbehoefte). Ze hebben het gevoel dat ze samen het verschil kunnen maken. Dit alles beïnvloedt hoe zij omgaan met studenten. Bijvoorbeeld, door hoge verwachtingen te hebben krijgen studenten het gevoel dat leren investeren is en tegenslagen kansen zijn om van te leren (Donohoo, 2018).
De collective teachers efficacy kan opgebouwd worden door als team tijd te nemen om te onderzoeken wat het pedagogisch en didactisch handelen doet met studenten. Het samen bedenken van goed onderwijs en hierop reflecteren en handelen wordt een wisselwerking.
Vanuit deze inzichten is team maatschappelijke zorg niveau 3 op een andere manier gaan samenwerken met de werkwijze van stichting leerKRACHT. De twee belangrijkste interventies:
- Er is ruimte gecreëerd voor afstemming en ontwikkeling door het creëren van werkochtenden. We hebben getest of tijd voor ontmoeting en samenwerking rondom de kwaliteit van het onderwijs bijdraagt aan de collective teachers efficacy. De reacties zijn positief, het team voelt zich betrokken bij de doelen en herkent ruimte voor gezamenlijk lerend ontwikkelen.
- Er is een gezamenlijk normatief kader ontwikkelt vanuit het uitgangspunt dat de gemaakte afspraken moeten bijdragen aan het leren van de student. Duidelijke afspraken, rust en regelmaat zorgen ervoor dat studenten weten waar ze aan toe zijn en zich kunnen ontwikkelen.
Een onderzoekende aanpak helpt teams bij allerlei vraagstukken. Wij kregen meer inzicht in het probleem én het hielp ons bij het samen zoeken naar passende oplossingen. Door de samenwerking ontstond eigenaarschap en draagvlak voor een duurzame oplossing.
Heb je vragen of wil je meer weten, neem gerust contact met mij op.
Marjan van der Kamp (mkamp@deltion.nl).
Bronvermelding
- Bandura, A. (1977). Self-efficacy: Toward a unifying theory of behavioral change. Psychological review, 84(2), 191.
- Bandura, A. (1982). Self-efficacy mechanism in human agency. American psychologist, 37(2), 122.
- Donohoo, J. (2018). Collective teachers efficacy research: Productive patterns of behaviour and other
- Positive consequences. Journal of educational change, 19(3), 323-345 Donohoo, J. (2018). Collective teachers efficacy research: Productive patterns of behaviour and other positive consequences. Journal of educational change, 19(3), 323-345
- Donohoo, J., Hattie, J., & Eells, R. (2018). The power of collective efficacy. Educational Leadership, 75(6), 40-44.
- Pierce, J. L., Kostova, T., & Dirks, K. T. (2003). The state of psychological ownership: Integrating and extending a century of research. Review of general psychology, 7(1), 84-107